De lantaarnpaal.
Op een ochtend na een stormachtige nacht werden wij om half zeven gewekt door het vrolijke deuntje van mijn mobiel. Buurman Angelo had vastgesteld, dat de straatverlichting beneden aan onze heuvel gedurende de nacht gesneuveld was door de storm. Hij liet ons weten dat de auto van Jos gevaar liep te worden getroffen door rondslingerende onderdelen van de lamp.
“Dank je wel buurman”, mompelde ik slaapdronken, “Jos gaat zo wel kijken”. Aangezien de auto ook voor Jos de spreekwoordelijke heilige koe is, stond hij onmiddellijk op en verruilde z’n pyjama voor jeans en shirt. Eigenlijk was dat een overbodige actie, want de regenjas over de pyjama was minstens zo efficiënt tegen de regen geweest.
Inderdaad hing de lamp er tamelijk armoedig bij. Het bovenste gedeelte was geknikt en zwiepte heen en weer in de storm. Maar ach, de auto leek tamelijk veilig te staan achter struikgewas, dat eventuele rondvliegende brokstukken zou opvangen, dus bleef hij op z’n plek staan.
In de loop van de ochtend ben ik toch maar even naar het gemeentehuis gereden om melding te maken van de gesneuvelde lantaarnpaal. Er werd beloofd dat er iemand zou komen kijken om vast te stellen hoe gevaarlijk de situatie wel was. Aldus geschiedde! De volgende dag kwam een gemeentewerker de schade bekijken. Zijn oordeel luidde: zeer gevaarlijk! Op vakkundige wijze heeft hij het euvel verholpen door het losgeraakte bovenste gedeelte van de lamp te verwijderen. Klaar! Probleem opgelost! Of we dit jaar nog straatverlichting krijgen……?