Pastapiu

Quarantaine

Quarantaine 

 

Ik zit op het bovenste terras van onze tuin en kijk naar het dorp. Naast me staat het tuinhuis, dat Jos een paar maanden geleden gebouwd heeft. Stiekem noem ik het de “man cave”, gebruik makend van de trend om het Nederlands te verengelsen. Ik luister naar de zang van de vogels en vraag me af waarom vogels eigenlijk zingen. Muziek kan ontroeren. Ik raak bijvoorbeeld ontroerd door de prachtige tonen van Verdi’s La Traviata. Maar ook de toonladders van de lijsters en het getjilp van de meesjes raken een gevoelige snaar. Zouden vogels zingen gewoon vanwege het plezier in het nieuwe leven van de lente? Ik ga er van uit dat er een andere reden voor is, vastgelegd door slimme wetenschappers. Maar voor mij vertegenwoordigen de tonen van de vogels de blijdschap van de lente; de bomen en struiken waarvan de knoppen op springen staan, de bloeiende amandelboom in onze tuin, de Camelia die zijn prachtige bloemen laat zien, de wilde viooltjes en de primula’s die de weiden blauw en geel kleuren. 

Ik schrik op uit mijn gemijmer door geritsel naast me. Twee hagedissen spelen tikkertje in het gras en verdwijnen tussen de struiken. Af en toe ruist er een zuchtje wind door de nog bladloze bomen achter mij. Verder is het stil. Muisstil. We leven in quarantaine.

Italië is in de ban van het coronavirus.