Pastapiu

Het voorjaar met het virus.

Door het ver openstaande badkamerraam voel ik de warme zonnestralen op mijn gezicht en lijf. Het is 16 april, maar het voelt al zomers warm, ook al zijn de nachten nog redelijk fris. Ik kijk naar buiten en zie een eindje verder de enigszins scheefhangende houten poort, die toegang geeft tot het domein van Beppe. Ik hoor Sepp de haan kraaien en de kippen kakelen. Er zoemen een paar bijen en twee kleine witte vlinders dartelen laag boven het ruw met gras begroeide pad. In de verte hoor ik de roep van een hop, die prachtige zandkleurige vogel met zijn zwart-wit gestreepte vleugels en oranje kuif. De pimpelmeesjes kwetteren. In Italië worden ze cinciarelle genoemd, zo’n leuke naam. De iets grotere koolmees heet hier cinciallegra.

Het is weer een prachtige dag! De zoveelste op rij! Nog steeds gelden de quarantaine maatregelen, dus nog altijd mogen we onze plek niet verlaten behalve voor een bezoek aan de plaatselijke supermarkt. Inmiddels zijn het zo’n zes weken, dat wij onze stek hier op de berg niet meer hebben verlaten. Één keer per week daal ik de heuvel af om voedsel te kopen in de supermarkt, mét mondkapje en handschoenen. Gisteren las ik op FB een klaagzang van iemand, die verplicht is om in te kopen bij de Conad omdat hij zijn woonplaats niet mag verlaten om naar de Lidl te gaan, zoals hij gewend was om te doen. Wel, ik zou er iets voor over hebben om weer eens naar de Conad te mogen gaan in plaats van alleen maar naar onze plaatselijke kruidenier, die natuurlijk niet het assortiment kan bieden van een grote supermarktketen, zoals de Conad of de Coop. Zo zie je maar hoe relatief alles is. Voordeel van onze plaatselijke winkel is natuurlijk de kwaliteit. Bijna alle producten komen uit de streek; als ik rundvlees koop, komt dat van koeien die hier op een van de weiden in onze vallei gegraasd hebben. Kaas komt van kleine kaasmakerijen in de regio. Groenten en fruit groeiden op Romagnoolse bodem en als dat niet het geval is, dan is de herkomst gegarandeerd Italië. Zelfs het meel dat hier wordt aangeboden komt van graan uit de regio en is gemalen door een watermolen in de vallei.

Wat nou virus, denk ik, rondkijkend en genietend van dit paradijselijk stukje aarde. En ik prijs mezelf gelukkig dat ik hier mag wonen.