"Wat maakt u vandaag te eten", vroeg de bankdirecteur, terwijl hij steels een blik op de klok wierp. Maar laat ik bij het begin beginnen. We gingen naar de Italiaanse bank om er een rekening te openen. De veiligheidsmaatregelen zijn er ver doorgevoerd; om binnen te komen moet je door een sluis, deur open - binnenstappen - deur achter je gaat dicht - 20 seconden wachten - deur voor je gaat open, en hoppa, je staat in de bank. Maar dit gaat met één persoon tegelijk. Het is dus nogal een gedoe als je met z'n tweeën naar binnen wilt. Bovendien mag je geen boodschappentas meenemen én is het verboden om wapens mee te nemen, zo valt er te lezen op de deur. Maar goed, binnen staan gemakkelijke stoelen uitnodigend klaar zodat je zittend op je beurt kunt wachten. Eenmaal aan de beurt werden we van de balie naar het kantoor van de directeur gestuurd want een rekening openen, dat doe je niet zomaar! Daar gaat een heel interview aan vooraf. De directeur, een vriendelijke vijftiger in gedistingeerd grijs, vroeg ons het hemd van het lijf; waar we oorspronkelijk vandaan komen, waarom we een bankrekening in Italië willen hebben, waarom we voor deze bank gekozen hebben, wat we doen voor de kost, of er kinderen zijn, of we een bankrekening in Nederland houden, of er regelmatig betalingen moeten worden verricht etc.etc. Tijdens het gesprek kwam terloops ter sprake, dat ons Nederlandse huis verkocht is. Onmiddellijk werd hij zakelijk: "nu moet ik mijn werk goed doen" merkte hij op. "Heeft u liquide middelen om op de rekening te zetten", vroeg hij met een hardere blik in zijn ogen dan voorheen. Tja, bankdirecteur word je niet zomaar........ Omdat we nog niet resident zijn in Italië vanwege het ontbreken van een Nederlands document, bleek het nog niet mogelijk om een normale rekening te openen. De directie-assistent werd erbij geroepen om uit te zoeken welk soort rekening er dan tot de mogelijkheden behoorde, want, zo zei de directeur "een rekening voor buitenlanders openen komt ongeveer even vaak voor als 'il morto del papa', de dood van de paus. Na ongeveer een half uur lang te zijn ondervraagd over inkomsten en motieven voor een Italiaanse bankrekening, vroeg de directeur "wat maakt u vandaag te eten?", terwijl hij steels een blik op de klok wierp. Het was tien over twaalf. Om half een sluit de bank. Zijn ogen glansden, terwijl hij begon te praten over tagliatelle al ragù en arrosto di vitello en het leek erop dat hij verlangend uitkeek naar zijn pranzo, middageten dus. Wij werden vakkundig naar buiten gewerkt met de mededeling dat er een telefonisch bericht komt zodra onze conto corrente ter beschikking is. Italianen en hun passie voor lekker eten!